Waarom De Buurt

Methodeschool De Buurt is begin van de jaren ’70 opgericht vanuit kritieken op het toenmalig basisonderwijs. Als men wil vernieuwen betekent dit dat men met het huidige niet meer tevreden is.

Een van de kritieken in het begin van de jaren zeventig betrof het feit dat het basisonderwijs sterk in het teken blijft staan van kennisoverdracht. De schoolorganisatie, de gebruikte methodes, didactiek en handboeken zijn niet zozeer gericht op het optimaal ontwikkelen van elk kind. Het kind staat allesbehalve centraal. Er is weinig sprake van actief, zinvol en zelfontdekkend leren. De cognitieve ontwikkeling wordt zeer belangrijk geacht en veel meer gewaardeerd dan de emotionele, sociale of creatieve ontwikkeling. Sommige scholen zijn daardoor prestatie- en concurrentiescholen.

Een andere kritiek betrof het vervreemdingsaspect. De leerboeken brengen dikwijls een leerstof aan die voor vele kinderen vreemd is of kennis die niet steeds “zinvol” is voor het kind. Het vakkenonderricht laat geen inzicht toe in fundamentele levensverbanden. De motivering wordt gezocht buiten het kind en niet in het kind. Er wordt veel gedoceerd, beoordeeld, gedrild, getoetst en punten gegeven. Die evaluatie slaan bovendien enkel op het product. Er is geen reflectie op het proces, maar ook niet op de andere aspecten van het kind-zijn.

Naar de omgeving toe vervreemden de kinderen eveneens, want ze worden uit hun vertrouwde omgeving weggehaald om naar een verafgelegen school te gaan.

Een andere aandachtpunt dat van bij de aanvang aanwezig was betrof de kansarmen in ons onderwijs. Volgens studies waren dit vooral kinderen van sociaal-economisch lagere afkomst en/of kinderen waarin de culturele kenmerken van het thuismilieu anders zijn dan die van school. Te veel van hen vallen uit “de onderwijsboot”. Nochtans is de opdracht van het onderwijs om alle leerlingen tot volle ontplooiing te doen komen.

Een laatste kritiek betrof de gebrekkige afstemming tussen school en thuis en het uitsluiten van ouders bij onderwijs en opvoeding op school. Niet alleen leerling- maar ook ouderparticipatie werd als pijler beschouwd om gelijke kansen in het onderwijs te realiseren.

Vanuit deze vertrekpunten zijn de initiatiefnemers gestart met het opstellen van wat men waardevol vindt voor de persoonlijke ontwikkeling en als maatschappij. Daaruit werden dan de basisprincipes afgeleid en de methodes bepaald werden die de realisatie van dit mens- en maatschappijbeeld moesten waarmaken.